In de afgelopen twee jaar ben ik op de hoogte geraakt van twee juridische disputen die zich in twee werelddelen afspelen, maar binnen de jurisdictie van het Nederlands Koninkrijk vallen. In beide gevallen, trekt de gewone hardwerkende man of vrouw aan het kortste eind. Niet omdat ze niet terugvechten en voor hun rechten opkomen, maar omdat het rechtssysteem zo sterk is als de zwakste schakel. Het laat je ernstig twijfelen aan de instituties die de Westerse wereld heeft opgezet en de meetlat waar wij in de Caribbean naast gelegd worden.

Zaak 1: Projectontwikkelaar op Sint Maarten

De eerste zaak speelt zich af in Sint Maarten. Waar een begaafde zwarte man met twee rechter handen een project ontwikkelt en hiervoor een hypothecaire lening aanvraagt bij de bank met zijn eigendomsterrein als onderpand. Hij bouwt een appartementencomplex en betaalt de hypothecaire lening deels terug, zoals met de bank afgesproken, door de verkoop van de eerste paar appartementen. Binnen 17 maanden lost hij ruim de helft van de lening af en laat voldoende geld op zijn rekening, zodat hij zonder omkijken de overige maandelijkse aflossingen nog 2 jaar kan laten doorlopen.

Ondertussen is hij flink aan het doorbouwen en verkopen om zijn droom waar te maken en op deze manier voor zijn gezin te kunnen zorgen en de toekomst van zijn kinderen te kunnen verzekeren. Hij timmert flink aan de weg, of beter gezegd, bouwt gestaag aan de overige appartementen van het project, verkoopt weer een aantal appartementen, waarvan het geld zoals gebruikelijk eerst op de derdenrekening van de notaris worden gestort.

We hebben het over de jaren 2007 tot 2013. Elektronisch bankieren was nog niet standaard op Sint Maarten. De post werd niet altijd tijdig afgeleverd en het opstellen van koopakten en overschrijvingen nam ook zijn tijd. Maar de processen waren bekend en liepen via een gerenommeerde internationale bank en een bekend notariskantoor. Instellingen die wettelijk dienen te voldoen aan hun zorgplicht richting de consument. Instellingen die ook een goede naam hebben, die zij natuurlijk niet willen beschamen.

Inceptie

Alles lijkt op rolletjes te verlopen, tot de dag waarop hij middels een koerier ervan op de hoogte wordt gesteld dat een van zijn appartementen geveild gaat worden. Verzoeken aan de bank om een overzicht te krijgen van hoe de schuld is ontstaan, worden genegeerd. Vervolgens schrijft de manager van de bank dat zijn rekening van de hypotheek is gesloten en men geen toegang heeft tot die gegevens. De notaris zet ondertussen de benodigde stappen voor de veiling. De bank heeft uiteraard prioriteit op andere schuldeisers. Echter er zijn geen andere schuldeisers. Verzoeken aan de bank om een overzicht te krijgen van hoe de schuld is ontstaan, worden telkens niet gehonoreerd. Na herhaaldelijk aandringen ontvangt hij een bewijs van het sluiten van de eerste rekening en de opening van de volgende rekening. Dat is het moment waarop het hem opvalt dat de afsluitende balans niet overeenkomt met de openings balans. Er is geld verdwenen. Ook daar geeft de bank geen verklaring voor. Het appartement wordt binnen 2 maanden onder hem vandaan geveild.

Deceptie

Tien jaar later, vele veilingen en verloren rechtszaken in eerste aanleg en hoger beroep later heeft de projectontwikkelaar nu eindelijk de bewijzen in handen. De vonnissen zijn echter in kracht van gewijsde gegaan. Hij heeft door zijn aanhoudendheid, onderzoek, strategische briefwisselingen, verzoeken aan dezelfde rechtbank om het registratie nummer van het door de notaris bekendgemaakte vonnis voor de veilingen, vragen aan instanties, consistent en herhaaldelijk opvragen van bankafschriften de bewijzen kunnen verzamelen, dat er stelselmatig geld van zijn rekening is weggesluisd en er strafbare feiten zijn gepleegd. Dat de koopsommen die op de derdenrekening van de notaris zijn overgemaakt niet op zijn rekening zijn bijgeschreven. Dat de bank en de notaris op die manier samen hebben gewerkt om de fictieve schuld te creƫren. Dat er wettelijk niet voldaan is aan de voorwaarden voor het veilen van onroerend goed. Dat de moeder en neef van de notaris de appartementen hebben gekocht. Dat de informatie in het hypotheekregister niet klopt. Dat er feitelijk geen instelling is die de notarissen op Sint Maarten controleert. Dat de plaatsvervangende rechter op Sint Maarten tevens werkzaam is voor diezelfde bank. Dat de Centrale Bank de audits niet, althans niet naar behoren, heeft uitgevoerd, vanwege een systematisch gebrek aan personeel. Structurele gebreken in het democratische rechtssysteem waar niets vermoedende burgers de dupe van worden.

De Kruistocht

Hij vervolgt zijn kruistocht tegen het onrecht dat hem is aangedaan en waarvan hij alleen kan vermoeden, dat hij niet het enige slachtoffer is. Hij wil voorkomen dat deze witte boorden criminaliteit ongestraft plaatsvindt op Sint Maarten. Brieven met de bijbehorende bewijsmiddelen worden verstuurd naar de Minister van Justitie en Veiligheid van Sint Maarten, die schriftelijk toezegt een onderzoek te starten en dit ook doet. De Vaste Commissie voor Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties reageert ook per brief, dat men een commissie vergadering hieraan gaat besteden. Het kabinet van de Koning reageert per brief dat zijn zaak wordt doorverwezen naar de Minister van Justitie in Nederland, maar dan valt de regering en staat dit alles stil. De Whistleblower afdeling in de West, waar het hoofdkantoor van deze bank gevestigd is, stelt ook een onderzoek in. De plaatselijke pers besteed ook enige aandacht aan deze zaak.

Dan ontvangt hij plots een schikkingsvoorstel van de bank, dit was in november 2023. Men is bereid om de openstaande hypotheekschuld kwijt te schelden. Hier gaat de inmiddels failliete projectontwikkelaar uiteraard niet op in. De schade is namelijk vele malen groter dan de hypotheekschuld en het betreft hier strafbare feiten van de bankmedewerkers en notaris, waarvan de laatste inmiddels met pensioen is gegaan. De kinderen van de projectontwikkelaar zijn inmiddels volwassen en de droom om als man en vader goed voor zijn gezin te kunnen zorgen is grotendeels in rook op gegaan. Vergevorderde vervolgprojecten zijn afgezegd door de zakenpartners. Het herhalen van soortgelijke bouwprojecten heeft geen doorgang meer kunnen vinden.

Verzoeken aan het Openbaar Ministerie om een strafrechtelijk onderzoek in te stellen worden niet gehonoreerd. Een antwoord van het OM op zijn bezwaar, moet zelfs via de rechter worden afgedwongen. Het lijkt erop dat men koste wat koste wil voorkomen dat de onderste steen in deze hypotheekfraude boven komt.

Het Vonnis in Eerste Aanleg

In februari 2024 wordt de projectontwikkelaar in kort geding door de bank voor het gerecht gedaagd wegens het schenden van artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), dat ziet op het recht op respect voor prive -en familieleven. Kennelijk heeft de jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) de doorwerking tevens horizontaal van toepassing gesteld op alle rechtspersonen, privaatrechtelijke ondernemingen, en niet alleen natuurlijke personen. De uitspraak van 22 maart 2024 met zaaknummer SXM202400217 van het Gerechtshof van Sint Maarten, uitvoerbaar bij voorbaat, verbiedt de projectontwikkelaar om contact met de bank op te nemen buiten een advocaat om. Hij, gedaagde, mag ook niet onder eigen naam noch een andere naam, ongeacht het medium, uitingen doen waarbij de bank of het personeel wordt beschuldigd van: “(betrokkenheid bij) fraude, verduistering, valsheid in geschrifte, witwassen, diefstal, omkoping, oplichting, intimidatie, bedreiging, het fabriceren van rechterlijke uitspraken, het gebruiken van fictieve schulden, met misleiden van het rechtssysteem of andere illegale activiteiten in relatie tot de door [de bank] aan [gedaagde] verstrekte geldleningen en de vestiging van en executie van het hypotheekrecht in dat kader, zulks op straffe van een dwangsom van US$5.000,00 voor iedere keer dat [gedaagde] in strijd handelt met dit verbod, met een maximum van US$250.000,00, althans onder oplegging door uw Gerecht van een in goede justitie te bepalen dwangsom en maximum…”

De Zwakste Schakel

Door het vonnis is er een mogelijkheid ontstaan voor de projectontwikkelaar om middels een bodemprocedure alle feiten waar hij zich conform het vonnis niet over uit mag laten in hoger beroep te betwisten. De projectontwikkelaar zal voor 15 april 2024 in hoger beroep moeten gaan middels een verklaring bij de griffie van de rechtbank in Sint Maarten, ex. artikel 270 lid 1 Landsverordening voor het Wetboek voor Rechtsvordering in Sint Maarten.

Maar hoe ga je erop vertrouwen dat je goed vertegenwoordigd wordt, als advocaten zich op het laatste moment hebben teruggetrokken van jouw zaak? Als rechters die wettelijk de discretionaire bevoegdheid hebben om te bepalen welke bewijsmiddelen zij overwegen in de bewijsvoering, kennelijk jouw bewijsmiddelen niet van belang achtten in hun oordeel? Als cassatie niet openstaat voor grieven ten aanzien de niet gebruikte bewijsmiddelen. Als internationale proces financiers zelf aangeven geen vertrouwen te hebben in het rechtssysteem op Sint Maarten? In hoeverre kunnen we spreken van een daadwerkelijke democratie, wanneer in beginsel de sterkte van de ketting van de hiervoor in het leven geroepen keten van instituties, afhankelijk is van de zwakste schakel… de mens. De mens die bang is voor de consequenties van uitspraken die hem tot in de eeuwigheid achtervolgen in de pers en op de sociale media. De mens die zich niet bewust is van zijn eigen tekortkomingen en vooroordelen. De mens die bij gebrek aan toezicht en adequate rechtsbescherming denkt weg te kunnen komen met zaken die het daglicht niet kunnen verdragen. De mens, die niet vrij is van zonden.

(Wordt vervolgd)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *